Wijnjaar 2018: Annus Horribilis

Gepubliceerd op 1 oktober 2018 om 14:53

De winter in Sarrians was eerder zacht te noemen, waarbij het zeer droge jaar 2017 zijn verlengde dreigde te krijgen. Droogte was de grote angst van alle fruittelers in het zuiden van Frankrijk en was ook het eerste gesprekstof onder de wijnbouwers. Door deze droogte en de zachte winter, was het ook een bijzonder slecht truffeljaar. Tot eind maart had het amper geregend. Tot ieders verbazing is dit volledig gekeerd in de maand mei en juni. Enorme stortregens hebben de streek overvloedig bevloeid. In deze twee maanden is er meer regen gevallen dan in het volledig jaar 2017 (zo’n 600ml). De wijnbouwers haalden opgelucht adem en de waterhuishouding was weer in orde gekomen. Maar het bleef regenen. En wat erger was: de mistral bleef weg en de temperaturen werden alsmaar hoger.

Ook in de maand juli werd dit klimatologisch fenomeen niet gestopt. Zeer warm en zeer vochtig. Terwijl we in België de warmste en droogste zomer ooit aan het beleven waren, stond de Provence zowaar begin van de zomer onder water.

Dit eigenaardig klimatologisch gegeven had twee vervelende consequenties:

  1. Eén voor de toeristen: nog nooit waren er zoveel muggen in de Provence.
  2. Eén voor de wijnbouwers: nog nooit was de biotoop voor de mildhou-schimmel zooi mooi.

En inderdaad, terwijl de toeristen vol gestoken werden door muggen en andere insecten, sloeg het noodlot toe bij vooral bio-wijnbouwers. De ravage van de meeldauw-schimmel was immens en vooral de kwetsbare grenache werd zwaar toegetakeld. De aanvankelijk prachtige floraison en de weelderige trosontwikkeling, werd op slag massaal aangetast door deze agressieve schimmel. Dit probleem was niet zuiver lokaal, maar werd vastgesteld over bijna het geheel mediterraan bekken.

Het grote probleem was echter dat de hoge temperaturen en het uitblijven van de mistral de verspreiding van de meeldauwschimmel sterk activeerde. De (weinig effectieve) bio-producten konden zich niet op de planten vasthechten en het regende er zo van af. Het enigste wapen is de bouillon-bordelaise (= een chemische doder voor parasitaire schimmels op planten, bestaande uit kopersulfaat en gebluste kalk). Deze vuiligheid is zichtbaar op de wijngaard door zij blauwe afzetkleur en is schadelijk voor zowel mens en natuur. Spijtig genoeg bestaat er tot op heden geen beter afdoend middel (tenzij door genetische manipulatie elke wijnrank resistent te maken, maar dit is door Europa verboden; een compleet van de pot gerukt standpunt dat ik in de huidige technologische en ethische vooruitgangscontext niet kan begrijpen en dat uiteindelijk een waardevolle biologische overwinning kan zijn) en zijn we gedoemd dit product te gebruiken. Eigenaardig genoeg is dit toegelaten in de bio-dynamie en in de bio-wijnbouw. In normale omstandigheden gebruiken wij dit product maximaal 3 maal per jaar. Vorige jaar hebben we zelfs geen enkele keer preventief de wijngaarden moeten aanpakken met dit product. Dit jaar hebben we 11 keer de wijngaard moeten bespuiten met de bouillon-bordelaise. (ter info: in Bordeaux is men gemiddeld dit jaar 53 keer door de wijngaard gegaan met dit product). Maar dit heeft uiteindelijk weinig tot niets uitgehaald. De schade is enorm. Vooral de grenache is het grootste slachtoffer. Als we rondom ons kijken is de ravage behoorlijk groot. Wat is de pijnlijke conclusie nog voor de pluk begon:

  1. De klassieke wijnbouwers die hun wijngaarden blauw hebben gespoten zijn relatief goed weggekomen. Dit wijst op de relativiteit van de bio-principes en vooral de economische kwetsbaarheid van de bio-cultuur.
  2. De wijnbouwers die hoger gelegen wijngaarden hebben, hebben minder schade gehad. Hoger gelegen wijngaarden zijn vaak geconfronteerd met killere nachttemperaturen, die remmend werken voor de verspreiding van parasitaire schimmels. Zo zijn de wijnen van de Ventoux en hoger gelegen percelen in Gigondas minder gehavend uit de pluk gekomen.
  3. Oude wijnranken zijn meer getroffen dan jonge wijnranken, om twee redenen:
    1. Er zijn minder trossen op oude wijngaarden (40 jaar en meer) en de kans dat een tros wordt aangetast is dus groter.
    2. De vegetatie (bladerenstructuur nodig voor de fotosynthese) is groter bij oude wijngaarden, waardoor de producten vaak ook minder kunnen penetreren in de plant.
  4. De bodemstructuur waarop de wijnranken staan heeft een zeer belangrijke invloed gehad op de verspreidingsimpact van de meeldauw. Zanderige bodems (die ook sneller draineren) hebben het beter gedaan dan leem-kalk bodems of grint- keienbodems.
  5. De edele en gevoelige grenache is veruit het meest getroffen. Deze druif heeft een fijne kwetsbare pelstructuur, een grote suikerdensiteit en zeer compacte trossen waar amper lucht tussen kan. Syrah en mourvèdre (met een dikkere pel) en cinsault (grote bessen en grote trossen) hebben beter de meeldauw aanval kunnen weerstaan.
  6. De rol van de biodiversiteit in de wijngaard is zeer belangrijk voor de sanitaire toestand van de wijngaard in het algemeen en voor de ontwikkeling van de wijnranken in het bijzonder. Althans dit is de visie van diegenen die begaan zijn met de natuur en bio-wijnbouw. Evenwel door de overvloedige regens heeft juist deze biodiversiteit de vochtigheid in bio-wijngaarden gecultiveerd en dus de biotoop voor de meeldauw aangewakkerd. Diegenen die in de wijngaarden alle onkruid, plantjes, grassoorten met pesticiden en herbiciden hebben aangepakt, zijn er dit jaar voor beloond. Hun wijngaarden zijn zo dood als een pier en de ondergrond is blijven verziekt als de pest door de chemicaliën, maar daar heeft de meeldauw geen kans gekregen om zich te verspreiden. Richaud (de meest gerespecteerde wijnbouwer in Cairanne) heeft in de pers aangekondigd dat 2018 de eindigheid van de bio-wijnbouw heeft aangetoond.

 

Het Wijnjaar 2018
PDF – 17,2 MB 40 downloads

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.